Een kaart van de tijd
De meest fundamentele bevinding van mijn tijdonderzoek is dat tijd komt in allerlei terugkerende vormen en symbolen. Plaatsen we deze vormen in de ruimte, dan nodigen we daarmee verschillende tijdsoorten uit om een rol van betekenis te spelen.
Cijfermatige tijd komt in de vorm van rechte lijnen. Deze vormen achtereenvolgens de pijl (doeltreffen) de driehoek (hiërarchie) het vierkant (kader) het pentagon (conventies) en de hexagon (energievoorraad). Los van de laatste komen rechte lijnen nauwelijks voor in de natuur. Ze zijn geënt op wiskunde en moderne fenomenen als taal, codes en machines. Ik noem dit dan ook de mechanische tijd of quanti-tijd.
Subjectieve tijd bestaat uit gekromde lijnen. Deze krommingen vormen achtereenvolgens de golf (stromen) de cirkel (het leven) de wolk (verwondering) de spiraal (overvloed) en de punt (transformatie). Ze komen tot stand door zintuigelijke ervaring en uitwisseling. Ik noem dit de natuurlijke tijd of quali-tijd.
Mijn stelling is dat we van quanti-tijd naar quali-tijd moeten bewegen omdat we momenteel eenzijdig gericht zijn op de pijl (Chronos). Gelukkig is tijd een sociaal construct en kunnen we door onze keuzes een andere, tijddiverse wereld creëren. Voegen we rondingen toe aan de omgeving dan nodigen we mensen uit om trager te bewegen, om tijd te maken voor een praatje en te luisteren naar de eigen/collectieve behoefte. Waar de pijl of de fallus heerst wordt men aangezet tot haasten, cijfermatig presteren of 'beschaafd' gedrag. Een kakafonie waarbij iedereen elkaar wil overstemmen en dikwijls aan zichzelf voorbijgaat.
Maar simpelweg vormen toevoegen in de openbare ruimte is niet genoeg. Oude vormen moeten worden hervormd naar deze tijd. Zo zal het huis van de democratie (gewoontetijd) zich moeten aanpassen aan een meer horizontale machtsverdeling. De pijl van de economie (Chronos) zal een nieuwe richting moeten krijgen. In het tweede deel van mijn boek schets ik tien tempels van de toekomst, waar quanti-tijd en quali-tijd elkaar aanvullen.
De volgende stap in mijn boek is een topologie maken van tijd. Een kaart die beschrijft op welke plekken de quanti-tijd en quali-tijd overheersen. Daarbij stel ik de vraag hoe we quanti-tijd en quali-tijd met elkaar kunnen mengen en in balans brengen. Het laat zich al raden, plekken die vastomlijnd zijn (eigendom, territorium, snelwegen, stations, wolkenkrabbers, kantoortuinen en VINEX wijken) behoren tot de eerste categorie. Ook onze televisies, laptops en smartphones moedigen ons aan om de wereld kwantitatief te aanschouwen. Plekken die quali-tijd uitstralen zijn parken, water, plekken die verwondering of overgave stimuleren zoals bibliotheken, buurthuizen, speellocaties, sauna's en lege tempels. Hier kan men samenvallen met de tijd.
Nu is mijn vraag: wat is jouw favoriete plek, de plek die je gelukkig maakt, waarvan je vindt dat er meer mogen zijn? Gedachtes, aanvullingen of opmerkingen over mijn classificatie van tijdsoorten en vormen zijn ook welkom :)
#tijd